Eikenprocessierups

Is de rups van de eikenprocessievlinder of eikenprocessierupsvlinder (Thaumetopoea processionea), een nachtvlinder uit de familie tandvlinders (Notodontidae), onderfamilie processievlinders (Thaumetopoeinae). De soort komt oorspronkelijk uit Zuid-Europa, is algemeen in Belgiƫ en sinds 1990 wordt hij ook in Nederland steeds algemener. De rups heeft voor de mens gevaarlijke brandharen en vertoont herhaaldelijk getalsmatig pieken in aanwezigheid, waardoor ze als een plaaginsect wordt beschouwd.

Kenmerken
Gedurende de winter overwintert de rups als pop in de bodem nabij een eik. Nadat uit de pop de vlinder tevoorschijn komt gaat deze naar de top van een boom om, na te hebben gepaard, bij het jonge blad haar eitjes te leggen. De larve die hieruit komt is een bladvretende rups die, zoals de naam al zegt, vooral op eiken voorkomt. In Nederland en Vlaanderen ontwikkelt de rups zich steeds vaker in zulke grote aantallen dat van een plaag gesproken kan worden. De processierups zit vooral in gesponnen nesten aan de zonnige zuidkant van de eikenstammen in lanen en parken. De nesten bestaan uit een dicht spinsel met vervellingshuidjes, brandharen en uitwerpselen. De bruingrijze eikenprocessievlinder, een nachtvlinder met donkere dwarslijnen, vliegt tot begin september.[1]

Verspreiding en voorkomen
De soort komt van nature voor in Zuid- en Centraal-Europa, maar het verspreidingsgebied is steeds verder naar het noorden opgeschoven. In Vlaanderen komt de rups al langere tijd algemeen voor, vooral in de provincies Antwerpen en Limburg. Zich verplaatsen doen de rupsen ’s nachts, op zoek naar voedsel, waarbij ze in meerdere rijen dicht achter elkaar aan lopen, als in een processie. Overdag zijn ze in hun nest. De rupsen vreten soms eikenbomen bijna geheel kaal. Droge winters en droge, warme zomers stimuleren de getalsmatige ontwikkeling van de rups. De soort heeft zo geprofiteerd van veranderingen in het klimaat.

Brandharen
De brandharen van de rups vormen voor de mens een gevaar voor de gezondheid. Het lichaam van de rups is bedekt met lange, witte haren die op roodachtige wratten staan ingeplant (dit zijn niet de brandharen). De brandharen (setae) zijn ongeveer 0,2 tot 0,3 millimeter lang, zijn pijlvormig en hebben weerhaakjes.[3] De haren, die bij een bedreiging worden afgeschoten, kunnen dan makkelijk de huid, de ogen en de luchtwegen binnendringen. De stoffen die van de haren af komen veroorzaken een op allergie lijkende huiduitslag, zwellingen, rode ogen en jeuk. In de meeste gevallen verdwijnen de klachten vanzelf. Niet alle personen zijn even gevoelig voor de brandharen. In zeldzame gevallen kunnen andere verschijnselen ontstaan, namelijk braken, duizeligheid en koorts.
De rupsen hoeven niet te worden aangeraakt om in contact te komen met de brandharen. De haartjes verspreiden zich met de wind en kunnen zo in contact komen met wandelaars of fietsers. De haren verschijnen vanaf ongeveer half mei tot eind juni op de rupsen. De haren blijven ook na het vertrek van de rupsen in de nesten, die aan de stammen en dikke takken hangen, aanwezig. Na jaren kunnen deze nesten bij aanraking nog overlast veroorzaken. Ook andere dieren, met name honden, kunnen last hebben van de brandharen van de rups.

Levenscyclus
De eitjes komen in april of mei uit, tegelijk met de eerste bladeren van de waardplant, de eik. De rupsen zijn dan oranjeachtig gekleurd. De kleur van de rupsen verandert in een grijsgrauw met lichtgekleurde zijden. Na de derde vervelling krijgen de rupsen de donkere brandharen op de rug. De rupsen zijn tot 3,5 cm lang. De rupsen vervellen zes of zeven keer voordat ze in een onopvallende nachtvlinder veranderen. Begin september zetten de vrouwtjesvlinders hun eitjes af in de toppen van eikenbomen. Natuurlijke vijanden van de rups zijn onder andere sluipwespen, sluipvliegen en de koolmees. Ook een kever, de grote poppenrover, is een natuurlijke vijand. Deze kever is echter sinds de jaren 1950 in Nederland niet meer aangetroffen.

Bestrijding is specialistisch werk waarvoor daartoe gecertificeerde bedrijven worden ingezet. Bel de Rupsenkoning

© De Rupsenkoning · Nijverheidstraat 37 · 7581PV LOSSER · Tel.: 06 - 45 84 84 85 · info@derupsenkoning.nl